Hitchcock was een groot bewonderaar van de Oostenrijkse psychiater Sigmund Freud. Hitchcock bestudeerde alles van Freud en sprak ook in het dagelijks leven vaak over het werk van Freud. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat Hitchcock Freudiaanse motieven in zijn werk stopte. Dit wil zeggen dat de handelingen van de personages worden veroorzaakt door een psychische afwijking die ooit door Freud is geanalyseerd. Freudiaanse onderwerpen zijn bijvoorbeeld: jeugdtrauma's, het oedipuscomplex, schizofrenie, castratie-angst,... komen veelvuldig in Hitchcocks films voor. Het bekendste voorbeeld is Spellbound, een film die begint met een citaat van Freud en dat zelfs aan hem is opgedragen. Maar ook andere films zoals Psycho, Vertigo, North by Northwest en Marnie zijn doorspekt met Freudiaanse motieven.
Kenmerkend voor de manier van werken van Hitchcock is dat hij er niet van hield om opnames op locatie te maken. Hij liet zo veel mogelijk sets in de studio bouwen. In sommige van zijn films is duidelijk te zien dat het decor niet echt is. Een extreem voorbeeld daarvan is de haven achter de straat in Marnie, waaraan zeer duidelijk te zien is dat dit een geschilderd decor is. Hitchcock vond echter dat het "net kon" en weigerde de scènes waarin dit decor voorkomt op locatie over te doen. Wel gebruikte hij graag zeer grote decors voor de slotscènes van zijn films (het Vrijheidsbeeld, Mount Rushmore, de Royal Albert Hall). Toch zijn ook die gedeelten grotendeels in de studio opgenomen, en zijn er op locatie slechts een paar overzichtsshots opgenomen. Eén van de grootste sets die voor Hitchcock gebouwd werd is die voor de film Rear Window. De hele binnenplaats die het decor voor deze film vormt werd in een studio gebouwd.
Altijd een cameo-optreden vaak aan het begin van zijn eigen film. Vanaf The Lodger: A Story of the London Fog heeft elke Hitchcock-film een klein optreden (cameo) van de regisseur zelf. Bij The Lodger begon dit uit pure noodzaak, door het gebrek aan figuranten. Daarna werd het steeds meer bijgeloof van Hitchcock zelf. Het is voor de liefhebbers van zijn films een sport geworden om te proberen hem in zijn cameo's te herkennen. Nadat Hitchcock in de jaren 50 dankzij zijn televisieoptredens bij steeds meer mensen herkenbaar werd, probeerde hij zijn cameo's altijd aan het begin van de film te plaatsen zodat het publiek niet te veel gefixeerd zou zijn om hem te spotten. Hitchcock is dikwijls te zien in een drukke menigte: hij komt uit een lift gestapt waar de hoofdrolspeler instapt (Spellbound) of een bus rijdt net voor zijn neus weg als hij wil instappen (North by Northwest). In totaal is hij in 39 van zijn 52 nog bewaard gebleven grote films als zodanig te zien. De langste cameo's van Hitchcock waren in de films Blackmail en Young and Innocent.
Psycho was de eerste film waarin Hitchcock volledig on-screen liet zien hoe een vrouw werd vermoord. Voor deze scène die slechts 30 seconden duurt, gebruikte Hitchcock 20 verschillende camerastandpunten en ruim 30 cuts. Het is daarmee nog steeds een van de meest dynamische gemonteerde scènes aller tijden. Opmerkelijk is dat nergens tijdens de scène te zien is dat het mes daadwerkelijk het lichaam raakte. Ook zijn nergens shots van geslachtsdelen of totaalshots van de naakte vrouw te zien. Het enige wat je ziet zijn steeds terugkerende shots van de moordenaar die steekt, afgewisseld met tegenshots van het gezicht van de vrouw. De shots werden afgewisseld met bloed dat langs de muren en door het afvoerputje druipte. Door de montage en door de muziek weet Hitchcock echter de indruk te wekken dat het mes het lichaam raakt. De filmcensuur wilde de scène echter uit de film knippen, als verdediging voerde Hitchcock aan dat nergens te zien is dat een vrouw daadwerkelijk vermoord wordt, volgens hem was het gewoon de illusie van de montage. Hitchcock won het van de censuur en de scène mocht blijven.
Saul Bass was een veelgeprezen Amerikaans grafisch ontwerper. Hij is bekend om zijn openingstitels van zijn films en het ontwerpen van filmposters. Bass werd geboren als zoon van Joodse immigranten en groeide op in The Bronx. Vanaf de jaren veertig werkte hij in Hollywood. Hij ontwierp samen met regisseur Otto Preminger een filmposter voor Premingers film Carmen Jones. Preminger was zo onder de indruk van het werk van Bass dat hij hem vroeg om ook voor Hitchcock de openingstitels te ontwerpen. Zijn grote doorbraak volgde een jaar later, met een ontwerp voor de openingstitels voor The Man with the Golden Arm, eveneens van Preminger. Gedurende zijn 40-jarige carrière ontwierp hij voor andere films van Alfred Hitchcock, Stanley Kubrick, Otto Preminger en Martin Scorsese voor zowel de openingstitels als de posters. Bass werd ook geroemd om zijn logo-ontwerpen. Bekende logo's van zijn hand zijn die van Minolta, United Airlines en AT&T Bell System.